Dwanggedachten

Dit zijn ongewilde gedachten, verbeeldingen of impulsen die inbreuk maken op iemands bewustzijn en angst of lijden veroorzaken. Ze zijn terugkerend, soms samengesteld, en kunnen gewoonlijk niet uitgeschakeld worden door er bewust moeite voor te doen. In sommige gevallen kunnen de obsessies morbide of seksuele beelden bevatten, wat afbreuk doet aan het zelfbeeld.

Sommige dwanggedachten houden in:

  • Angst voor ziektekiemen, besmetting en “vieze” dingen.
  • Preoccupatie met bepaalde getallen en hoeveelheden.
  • Angst dat dingen niet “geordend” of uitgezet zijn.
  • Angst dat er iets mis is met het lichaam.
  • Angst dat hij / zij zich abnormaal heeft gedragen;
  • Angst dat er geen weerstand kan worden geboden aan vreemd gedrag dat steeds terugkomt.
  • Angst dat je iets niet “goed” gedaan hebt.

Er zijn er veel meer dwanggedachten, en het is zo, dat personen met een aantal verschillende obsessies zich op niets anders meer kunnen concentreren. Obsessies kunnen al beginnen op 3-4-jarige leeftijd, en de stoornis komt tot het 15e jaar bij jongens veel meer voor dan bij meisjes. Obsessies komen bij kinderen veel meer voor dan men dacht, ten minste de helft van de volwassenen met OCS vermelden dat de symptomen begonnen in de kinderjaren en een toename van de symptomen in de pubertijd. Obsessies zijn ongewilde gedachten, ideeën en handelingen die, hoe hard men het ook probeert niet kunnen worden stopgezet.

Dwanghandelingen

Zijn handelingen die keer op keer worden aangewend om te proberen de obsessieve gedachten te negeren of te onderdrukken. Meestal door een soort ritueel-achtige, zich herhalende acties. Deze leiden vaak tot uitwassen. enkele dwanghandelingen zijn:

  • Het buitensporig wassen van handen of andere lichaamsdelen.
  • Het zich streng houden aan (zelfgestelde) regels.
  • Het erop staan dat dingen zijn gerangschikt in een bepaalde volgorde, hoeveelheid of op een vaste  manier.
  • Aanhoudend aandacht besteden aan details als het haar, kleding en uiterlijke verschijning.
  • Tikken, aanraken en tellen op een ritueelachtige manier.
  • Controleren, opnieuw controleren, teruggaan en weer controleren enz.

Buitensporig wassen is een dwanghandeling die verwijst naar de obsessie “angst voor besmetting”. Controleren en opnieuw controleren is een dwanghandeling die ontstaat als gevolg van de obsessieve angst dat iets niet is uitgeschakeld, gesloten of geordend, of de angst dat de persoon iets verkeerd heeft gedaan waardoor iemand door zijn/haar toedoen gevaar loopt. Kinderen met OCS vermelden geen obsessies of dwanghandelingen; maar zij jagen iemand de stuipen op het lijf wanneer de zoom van hun sokken niet precies goed zit, de scheiding uit hun haar wordt geaaid, iemand dingen verplaatst die zij juist op formaat en kleur geordend hadden, hun nachtkus niet “precies goed” wordt gegeven of als iemand hun jas aanraakt (besmet). Volwassenen met OCS hebben vaak problemen op tijd aan het werk te gaan, omdat zij steeds naar huis moeten om te checken of de ramen wel dichtzijn en het gas is uitgedraaid. Bovendien kunnen zij zich vaak niet tot werk zetten, omdat zij overal chaos in zien en bezig zijn deze te “herstellen”.

Diagnostische uitgangspunten:

Er zijn maar weinig cliënten die om een behandeling vragen voor obsessies of dwanghandelingen. In feite verbergen zij de symptomen een lange tijd, omdat zij zich bijzonder bewust zijn van het feit dat hun ideeën en gedragingen zo afwijkend zijn. Bijna alle pubers en volwassenen met OCS zijn ontzettend bang het stempel “gek” te krijgen. Zelfs relatief jonge kinderen houden hun obsessies vaak voor zich. En als zij opgroeien proberen zij wanhopig hun dwanghandelingen voor hun familie, vrienden en klasgenoten verborgen te houden. Cliënten hebben de neiging hun obsessies zelf te omschrijven als bezorgdheid. In sommige gevallen worden deze bezorgdheden geformuleerd als angsten of fobieën. Veel cliënten zullen zelf de mogelijkheid van dwanghandelingen niet noemen, tenzij hier direct naar wordt gevraagd. En zelfs dan zullen zij de aard en ernst van de rituelen erg verkleinen. Vergeet niet dat veel mensen met OCS hebben een ongelooflijke angst “gek” te worden verklaard wanneer zij de hele waarheid zouden vertellen.

Meteen de biologische basis voor OCS opperen en aangeven dat OCS een vorm van een angststoornis is, die op geen enkele manier te maken heeft met “gek zijn”, opent de deur naar verdere uitdieping van de problemen. Een van de (voor volwassenen) meest gebruiksvriendelijke vragenlijsten met betrekking tot OCS is de verkorte versie van de Yale-Brown OC schaal, gedistribueerd door het farmaceutisch bedrijf Upjohn/Saolvay, de makers van Luvox (een stimulerend medicijn), een van de nieuwere medicijnen die geschikt blijken bij de behandeling van OCS. Het is belangrijk de cliënt met OCS niet te overvallen met vragen naar details: veel mensen met OCS worden dagelijks lastiggevallen door zeer expliciete, aanstootgevende en sociaal afschrikwekkende obsessies. Er zijn voorbeelden van OCS met een sterke preoccupatie met geslachtsorganen of dieren, terugkerende gedachten aan het verwonden van geliefden enz. Naar deze gedachten vragen, roept vrijwel altijd weerstand en afstand op. Geen enkele expert op dit gebied weet momenteel precies waarom vriendelijke, vredelievende en sociale personen zulke obsessies ontwikkelen. We weten intussen ook dat mensen met OCS geen persoonlijke verantwoordelijkheid dragen voor de inhoud van deze obsessies.

Behandeling van OCS in combinatie met andere stoornissen:

De symptomen van OCS vragen om een speciale medicatie en/of gedragstherapie (Onthulling en Respons Preventie). Maatschappelijk werkers, psychiaters en psychologen hebben een belangrijke rol na de duidelijke diagnose OCS: ondersteuning van en verwijzing naar professionals die de behandeling op zich neemt en psychotherapie voor eventuele andere stoornissen die geassocieerd worden met OCS. Mensen met OCS, zoals mensen met ADHD en TS (Tourette Syndroom), voelen zich kreupel. Veel vragen zich af en piekeren: “Waarom ik?” Wanneer zij vooruitgang boeken in hun herstel. breekt bovendien een rouwperiode aan: “Hoe had mijn leven kunnen zijn, als mijn problemen jaren eerder onderkend en behandeld waren geweest?” OCS, ADHD en TS hebben altijd invloed op het zelfbeeld en hebben hun uitwerking op het gezinsleven. In de behandeling van mensen met OCS, ADHD en TS zal daarom ook hulp moeten worden geboden aan de andere gezinsleden. Naast de punten die gerelateerd worden aan OCS, zullen mensen met deze stoornis ook vaak last hebben van een of meer andere psychische stoornissen. De meest belangrijke zijn depressieve en dysthyme stoornissen, andere angststoornissen, trichotillomanie ((het uittrekken van eigen haren), ADHD, TS en aanpassingsstoornissen. Daarnaast zijn er vaak relatieconflicten en grote problemen in het uitoefenen van een beroep.

 

Enkele symptomen:

  • Preoccupatie met reinheid en wassen, nooit helemaal schoon ondanks al dit schoonmaken.
  • Een gevoel vies te zijn en onaangenaam te ruiken, ondanks goed wassen.
  • Een preoccupatie met tijd, in gedachten altijd te vroeg of te laat.
  • Controleren van kleding en opnieuw controleren, net zo vaak tot het punt van beschadiging is bereikt. Het is nooit perfect. Hierdoor vaak te laat.
  • Het gevoel dat er iets mis is met de kleding, vooral ondergoed en sokken: te strak, te los, zit nooit goed. Aankleden is een gevecht. Men ziet dit vaak bij zeer jonge kinderen.
  • Het haar zit nooit goed, bakkebaarden zijn oneven, aan make-up wordt zoveel gesleuteld tot het er niet meer uitziet.
  • “Nachtwerk”, preoccupatie met balans, alles moet in evenwicht zijn: twee tikken hier vraagt om twee tikken daar enz.
  • Preoccupatie met dingen die open, dicht, kapot, niet precies goed, niet geordend, niet opgesloten zijn.
  • Elektriciteitssnoeren zijn kapot, sloten van deuren werken niet. Controleren en opnieuw controleren.
  • Alles tellen: stappen, aanrakingen, tikken, kraken. Onbelangrijke dingen worden in het hoofd continu geteld.
  • Over-reactie wanneer iets niet werkt, niet is opgeruimd of op de verkeerde plek ligt.
  • Obsessieve gedachten, vaak seksueel of morbide.
  • Afwijkende ideeën die zich steeds herhalen kunnen niet worden stopgezet.
  • Het gevoel dat zijn/haar gedachten worden gestuurd door anderen; niet in staat deze te stoppen  ongeacht de intense pogingen.
  • Laag zelfbeeld en veel zelf-kritiek, vaak gezien vanuit een “innerlijke stem” die negatieve kritiek uit en schande spreekt.
  • Het gevoel controle te hebben verloren over de eigen impulsen. Neiging dingen aan te raken, te tellen of te voelen.
  • Bijgelovige preoccupaties. Stappen op een voeg tussen tegels zal je moeders rug breken enz. Niet in staat deze bijgelovige preoccupaties te stoppen, ondanks de intellectuele benadering ervan.
  • Een aanhoudend gevoel van schaamte, schuld en wroeging voor de onacceptabele gedachten, zelfs wanneer er geen acties op zijn gevolgd.

 

http://www.addclinic.com/index.html Naar de Engelstalige site van ADDclinic”

Bron: A.D.D. Clinic Inc.